Maatregelen voor betere zorg

25517198_m

‘Vooral de kwetsbaarste mensen krijgen niet de zorg die zij nodig hebben.’ Die waarschuwing gaven de Nationale Ombudsman, de Algemene Rekenkamer en het SCP gisteren aan het kabinet. Zij noemen daarbij specifiek psychiatrische patiënten en jongeren met een licht verstandelijke handicap die langdurende zorg nodig hebben. Het is bijzonder dat deze instituten gezamenlijk een oproep doen aan de regering. MIND is daar blij mee. Het is nu aan de bewindslieden om op een aantal terreinen eindelijk een doorbraak te forceren.
 
MIND heeft er al vaak op gewezen dat de ggz slecht functioneert voor mensen die de zorg juist het hardst nodig hebben. Een aantal maatregelen moet nu snel worden genomen:

Onafhankelijke cliëntenondersteuning

De Ombudsman, Rekenkamer en het SCP noemen het belang van onafhankelijke cliëntondersteuning. MIND onderschrijft dit. Het is zeer teleurstellend dat psychiatrische patiënten in de laatste brief van minister De Jonge over cliëntondersteuning nauwelijks aandacht krijgen. De minister en staatssecretaris moeten hier snel afspraken over maken. Het beleid is tot nu toe vooral gebaseerd op het bestaande aanbod van cliëntondersteuning en dat is slecht toegesneden op cliënten in de psychiatrie en maatschappelijke opvang.

Noodregeling voor mensen die nog buiten de Wet Langdurige zorg vallen

In afwachting van de wijziging van de Wet Langdurende Zorg (Wlz) in 2021 moet er een noodregeling komen om mensen met een psychiatrische grondslag die nu nog buiten de Wlz vallen alvast de juiste zorg te kunnen bieden. Het is niet acceptabel dat deze mensen nog twee jaar langer slachtoffer zijn van een fout in het zorgstelsel. 

Doorzettingsmacht voor mensen die tussen wal en schip vallen

De bewindslieden moeten nu eindelijk werk maken van een doorzettingsmacht voor mensen met een complexe zorgvraag die tussen wal en schip vallen. Een doorzettingsmacht is een onafhankelijke persoon of instantie die buiten alle regels om een oplossing kan regelen voor mensen die vastlopen in het systeem. Het ministerie onderneemt tot nu toe alleen maar halfslachtige acties om problemen rond complexe zorgvragen van psychiatrische cliënten op te lossen. De ene keer gebeurt iets in het kader van wachttijden, de andere keer in het kader van verward gedrag, maar het is allemaal versnipperd en men verzuimt door te pakken. Het is tijd om de initiatieven te bundelen en tot één doorzettingsmacht te komen voor alle mensen met een zware hulpvraag die nu nog van het kastje naar de muur worden gestuurd. 

Betere verdeling beschikbare capaciteit

Ten slotte moet de beschikbare capaciteit binnen de ggz beter verdeeld worden. Mensen met een lichte of middelzware zorgvraag worden nu het best geholpen, mensen met een zware of complexe hulpvraag moeten het langst wachten en krijgen dan vaak ook nog niet eens de juiste zorg. De overheid, Zorgverzekeraars en zorgaanbieders houden dit systeem in stand. Alleen voor de beveiligde zorg wordt extra capaciteit vrij gemaakt. Bijna al het geld dat in het hoofdlijnenakkoord ggz extra is vrijgemaakt gaat daar naar toe. MIND ziet twee grote risico’s. Ten eerste een inflatie van het begrip beveiligde zorg waardoor iedere cliënt die lastig is of voor overlast zorgt in de richting van forensische zorg wordt gestuurd. Ten tweede dreigen cliënten die ook zwaar lijden maar geen gevaar vormen - of alleen een gevaar voor zichzelf - nog verder in het verdomhoekje te raken. Nu al wachten mensen met ernstig suïcidaal gedrag soms al maanden vergeefs op passende zorg.

Het is tijd voor bewindslieden en voor de gehele sector ggz om de juiste prioriteiten te stellen en te kiezen voor de mensen die psychiatrische hulp het hardst nodig hebben.