Suïcide Preventie Dag: meer aandacht naasten en omgeving nodig

Beeldmerk congres suïcidepreventie 2021 versie 05032021

Op vrijdag 10 september is het Wereld Suïcide Preventie Dag. Gemiddeld overlijden in Nederland vijf mensen per dag aan suïcide. Daarnaast doen 135 mensen per dag een suïcidepoging. Elke suïcide is er een te veel. Om een doorbraak te realiseren in de behandeling van suïcidaliteit en het voorkómen ervan, pleit MIND voor meer aandacht voor en samenwerking met ervaringsdeskundigen en naasten. Zowel in de hulpverleningstrajecten zelf, ter verbetering van de kwaliteit van de behandeling van suïcidaliteit en in de nazorg wanneer iemand een poging doet of een suïcide pleegt, de zogeheten ‘postventie’. Op het Suïcidepreventiecongres ‘Wanhoop en hoop; hand in hand’ op 10 september licht MIND-directeur Marjan ter Avest dit pleidooi nader toe.

Naasten vervullen cruciale rollen

Ter verbetering van de behandeling van iemand die suïcidaal is, moet zoveel mogelijk het netwerk van familie en naasten in de behandeling worden betrokken. Zij verzorgen cruciale rollen waar het gaat om het organiseren van de zorg, steun en signalering van zorgvraag. Zij kennen de persoon in kwestie als geen ander. Zij dragen bovendien een zware last; in het belang van alle betrokkenen moet voorkomen worden dat zij hun belangrijke rollen niet meer kunnen vervullen. Om de samenwerking (en nazorg) te borgen, moeten er richtlijnen komen voor het actief samenwerken met naasten in hulpverleningstrajecten. Een van de richtlijnen die waardevol kunnen zijn is de generieke module ‘Samenwerking en ondersteuning van naasten bij mensen met een psychische kwetsbaarheid’, te vinden op ggzstandaarden.nl. Wanneer een naaste niet betrokken wordt bij het zorgtraject van een iemand met suïcidaal gedrag, is het belangrijk dat wordt aangegeven waarom dit zo is.
 

Kennisverhoging

De ervaringskennis van naasten kan ook meer benut worden in verbeteringen van de behandeling van iemand met suïcide en de begeleiding van naasten. MIND pleit voor structurele inbreng van ervaringskennis in voorlichting en opleiding.
 

Brede postventie

Mensen die suïcide proberen te plegen hebben hulp nodig, net als de mensen om hen heen. Naasten en anderen in hun omgeving vormen een belangrijke schakel zijn in het voorkómen van een nieuwe suïcidepoging Daarnaast is het belangrijk om degenen die dierbaren zijn verloren door zelfdoding niet te vergeten. Indien nazorg plaatsvindt binnen een instelling voor ggz of verslavingszorg, is een helder protocol nodig voor de postventie. In postventie buiten de instelling moet de hele omgeving worden meegenomen: huisarts, POH GGZ, maar ook bijvoorbeeld scholieren, docenten, collega’s, politie en zorgpersoneel. De nazorg hoeft vervolgens niet alleen binnen het zorgdomein plaats te vinden, ook het sociaal domein moet wat MIND betreft nadrukkelijk worden betrokken, zoals bijvoorbeeld lotgenotengroepen en suïcide-preventiecentra.
 

Suïcidepreventie speerpunt van MIND

MIND spant zich in voor het verminderen en voorkómen van suïcidepogingen. Dit doen we vanuit onze rol als koepel voor cliënten- en naastenorganisaties in de ggz. We werken samen in verschillende verbanden om dat doel te bereiken: via onze bijdrage aan de Landelijke Agenda Suïcide Preventie en via het initiatief ‘Zero Suicide’ van De Nederlandse Ggz). Daarnaast heeft MIND een werkgroep suïcidepreventie waarin diverse (familie)ervaringsdeskundigen zitting hebben, met vaak zelf ook weer banden met organisaties die zich bezighouden met suïcidepreventie.

Op 10 september presenteert RINO het jaarlijkse Suïcidepreventiecongres. MIND neemt deel aan het afsluitende onderdeel van dit congres. Naast directeur Marjan ter Avest is ook Koos de Boed, voorzitter MIND werkgroep suïcidepreventie, een van de sprekers op het congres. Meer informatie is te lezen op www.suicidepreventiecongres.nl
 

Meer nieuws