Laat de werkwens leidend zijn en focus minder op beoordelen
Psychische klachten hebben vaak grote impact op iemands leven. Bij vier op de tien mensen die arbeidsongeschikt raken, komt dit door psychische klachten. In totaal moeten 800.000 mensen in Nederland door arbeidsongeschiktheid leven van een uitkering. Maar het arbeidsongeschiktheidsstelsel en de aandacht voor preventie schieten tekort. Het stelsel bevat nog teveel regels waardoor mensen niet de gelijke rechten krijgen, kent teveel drempels naar herstel en is teveel gebaseerd op wantrouwen. Op 14 mei (verplaatst van 20 maart) debatteert de Kamer over het arbeidsongeschiktheidsstelsel. MIND pleit voor betere rechtsgelijkheid tussen mensen met veel en weinig inkomen, samen beslissen als uitgangspunt en meer focus op re-integratie en werk naar vermogen.
Teleurgesteld over adviezen
Eind februari verscheen het advies van de Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (Octas) waarin wordt beaamt dat het stelsel onder druk staat. Onder andere door een tekort aan verzekeringsartsen die beoordelen hoe ziek of arbeidsongeschikt een werknemer is die een WIA-uitkering wil. MIND herkent de probleemstelling maar is teleurgesteld in de gekozen oplossingsrichtingen. We missen een aantal essentiële punten om de bestaanszekerheid te borgen en participatie naar vermogen te bevorderen. Ons algehele pleidooi is om vertrouwen als uitgangspunt te nemen en meer samen te beslissen (ook bij re-integratie) met de arbeidsongeschikte. Laat de werkwens van iemand leidend zijn en focus minder op toetsen en beoordelen.
Gelijke rechten onafhankelijk van loonhoogte
In de eerste oplossingsrichting, huidige stelsel beter, bepaalt nog steeds iemands inkomensverlies in hoeverre diegene arbeidsongeschikt is. Mensen met lage lonen krijgen zo minder snel recht op een uitkering en ondersteuning. MIND pleit ervoor dat de ziektelast bepaalt of iemand arbeidsongeschikt is en niet het inkomen. Wij willen dat de regeling verruimd wordt en dat bij hoogstens 15% inkomensverlies al aanspraak gemaakt kan worden op vergoeding vanuit de Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). Daarnaast bestaat er een grote groep mensen die wél een arbeidsbeperking heeft, maar niet ziek uit dienst is gegaan. Denk hierbij aan mensen met een bijstandsuitkering en mensen met een Wajonguitkering. MIND mist oplossingen voor deze groep.
Samen beslissen als uitgangspunt bij re-integratie
In de tweede oplossingsrichting, werk staat voorop, zien we nog te grote verschillen in ondersteuning tussen mensen met dezelfde aandoening en ziektelast. Mensen met een ggz-behandeling kunnen een IPS-traject ontvangen. Daarnaast kunnen mensen geholpen worden bij de samenwerkingsverbanden uit Hoofdzaak Werk. De ervaringen met het re-integratietraject IPS zijn goed maar hiervoor is wel structureel budget noodzakelijk. En Hoofdzaak Werk dreigt in juni dit jaar af te lopen.
Geen harde beoordelingsgrens voor arbeidsongeschiktheidsuitkering
Bij de derde oplossingsrichting, basis voor alle werkenden, zien we nog teveel drempels en pleiten we voor een basis zonder harde beoordeling. De WIA is natuurlijk een verzekering waarbij je met je arbeidsverleden rechten en inkomenszekerheid opbouwt. Toch willen we hier benadrukken dat niemand ervoor kiest om ziek te worden. MIND vindt dat er voor onvoldoende basis wordt gezorgd doordat de instapgrens 35% inkomensverlies door ziekte blijft en er een harde beoordeling blijft bestaan die door mensen als erg stressvol ervaren wordt.
Lees hier onze brief aan de Kamer voor het debat over het Arbeidsongeschiktheidsstelsel op 20 maart 2024 waarin we uitgebreider reageren op het Octas advies.