Cliënten en naasten willen inspraak in de uitvoering van gedwongen zorg
Sinds 1 januari 2020 kunnen mensen die gedwongen ggz nodig hebben, deze zorg ook ambulant ontvangen. Dit wil zeggen dat gedwongen zorg niet altijd binnen de muren van een ggz-instelling meer hoeft plaats te vinden. Uit onderzoek door MIND samen met het Erasmus UMC blijkt desalniettemin dat de meerderheid van de cliënten en naasten, gedwongen zorg in een instelling willen ontvangen. En alle respondenten zijn het unaniem eens: zij willen dat de wensen en mogelijkheden van cliënten en hun naasten centraal staan in de uitvoering van de zorg. De resultaten van het onderzoek zijn opgenomen in de aangepaste kwaliteitsstandaard voor de ggz Assertieve en verplichte zorg die op 26 oktober is ingegaan.
Gedwongen zorg bij voorkeur niet thuis
Van de cliënten geeft 61% en van de naasten 62% aan dat ze gedwongen zorg bij voorkeur niet thuis maar in de zorginstelling ontvangen. Daar staat tegenover dat het resterende deel juist wel de zorg ambulant wil krijgen. Volgens de nieuwe Wvggz horen behandelaren bij toepassing van verplichte zorg een ambulante vorm te verkiezen boven opname. “Een opvallend deel van de respondenten, namelijk bijna 40%, geeft dit ook als wens aan,” aldus promovenda/onderzoeker van het Erasmus MC Dieuwertje de Waardt. In de praktijk vindt gedwongen zorg echter sporadisch thuis plaats.
Vraag de cliënt en naasten wat zij willen
Nederland is het eerste land waar gedwongen zorg ook ambulant kan plaatsvinden. Belangrijk om te monitoren hoe de uitvoering verloopt. Onderzoeker Dwayne Meijnckens van MIND: ”Volgens de resultaten van ons onderzoek, wordt dus te weinig rekening gehouden met de behoefte van cliënten en naasten. Het onderzoek laat zien dat voorkeuren over ambulante gedwongen zorg kunnen verschillen. Hulpverleners zouden hier in crisissituaties rekening mee moeten houden.” De onderzoekers adviseren om instrumenten die staan beschreven in de Wvggz, zoals het Eigen Plan van Aanpak en het zorgplan zelfbindingsverklaring, beter te benutten.
Vrijwillige zorg als norm
De resultaten van het onderzoek zijn gebruikt voor de met ingang van 26 oktober aangepaste ggz kwaliteitsstandaard Assertieve en verplichte zorg. Deze standaard werd samen met patiënten, naasten en professionals onder begeleiding van Akwa GGZ aangepast. In de standaard wordt de weg beschreven van vrijwillige zorg via assertieve zorg naar verplichte zorg en weer terug. Vrijwillige zorg is daarbij de norm en met assertieve zorg wordt getracht verplichte zorg te voorkomen. De kwaliteitstandaard is aangepast vanwege de invoering van de Wet verplichte ggz (Wvggz) en op aangeven van MIND: in de vorige versie van de kwaliteitsstandaard stond onvoldoende beschreven over ‘drang’. In de nieuwe versie is meer aandacht gekomen voor het verschil tussen patiënt- en naastenperspectief en de standaard is meer gericht op het voorkómen van verplichte zorg
Onderzoek door MIND
MIND behartigt de belangen van cliënten en overlegt met regelmaat met het Ministerie van VWS, VNG en zorgorganisaties over de ggz. Om dit gefundeerd te doen, onderzoeken we met regelmaat de wens en behoeften van cliënten en naasten. MIND vroeg in oktober 2019 haar ggz-panel naar de ervaringen met gedwongen zorg en zette het onderzoek via sociale media kanalen breed uit. In totaal reageerden 624 cliënten en 531 naasten. Samen met het Erasmus UMC zijn de gegevens vervolgens geanalyseerd, dit leidde eind augustus 2021 tot publicatie in het internationale Journal of Patient Experience. De resultaten van het onderzoek brengt MIND onder de aandacht van beleidsmakers en hulpverleners in de geestelijke gezondheidszorg en zijn eind 2021 aangeleverd voor de wetsevaluatie van de Wvggz. Lees hier verder over de wetsevaluatie.