Tussenrapportage Jongeren en suïcide
In 2017 maakten veel meer jongeren tot 20 jaar een eind aan hun leven dan in de jaren daarvoor. Dit schokkende gegeven is aanleiding geweest om extra onderzoek te doen: wie waren deze jongeren en wat bracht hen ertoe om suïcide te plegen? In december 2018 zijn meer cijfers beschikbaar gekomen over jongeren en suïcide. In 2019 moet meer kwalitatieve informatie boven water komen die ook handvatten biedt voor suïcidepreventie bij jongeren.
Het onderzoek naar jongeren en suïcide wordt uitgevoerd door 113 Zelfmoordpreventie in samenwerking met veel andere partijen waaronder MIND. In de tussenrapportage van afgelopen december staan vooral veel cijfers: over spreiding van het aantal suïcides per regio, over de verdeling naar leeftijd en jongens-meisjes, over hun woonsituatie, over onderwijs en werk, en over zorggebruik. De cijfers roepen soms meer vragen op dan dat ze antwoorden geven. Zo zijn de cijfers over zorggebruik onvolledig door verschuivingen in het zorgstelsel en de manier van registreren.
In een bijlage van de tussenrapportage staat hoe het onderzoek in 2019 verder gaat en hoe men werkelijk inzicht wil krijgen in de omstandigheden waaronder jongeren een eind aan hun leven maken. Hiervoor zullen nabestaanden van jongeren die in 2017 suïcide hebben gepleegd, benaderd worden voor diepte-interviews en het invullen van vragenlijsten. De resultaten hiervan moeten aanbevelingen opleveren voor betere suïcidepreventie bij jongeren.
Ook in december publiceerde de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd een factsheet over recente suïcides bij jongeren die bij de IGJ gemeld zijn. Het gaat om 26 suïcides, ongeveer 30% van het totaal aantal suïcides. Het betreft allemaal jongeren die in beeld waren bij jeugdhulpinstellingen, want die zijn verplicht om melding van suïcides te doen bij de IGJ. De belangrijkste resultaten van de analyse van de 26 meldingen zijn:
- Het overgrote merendeel van de jongeren kampte met complexe problematiek en had al een lange geschiedenis in de hulpverlening
- In veel gevallen was sprake van gebrek aan passende zorg en jongeren die zich onvoldoende gehoord voelden in het hulpverleningstraject
- In meer dan de helft van de gevallen waren er tekortkomingen in de samenwerking tussen hulpverleners; vaak werd dit niet genoemd als basisoorzaak van de suïcide, maar wel als ‘nevenbevinding’.
- In ruim een derde van de gevallen was (ook) sprake van autisme.
De factsheet van de IGJ betreft dus een specifieke groep jongeren die suïcide heeft gepleegd, maar de resultaten geven al wel aanknopingspunten voor preventie. De Inspectie concludeert dat er meer aandacht moet komen voor geïntegreerde hulp bij gecombineerde/complexe problematiek, voor het perspectief en de stem van de jeugdige in de hulpverlening en voor samenwerking in de keten. Daarnaast zal de IGJ signalen over (gebrek aan) tijdige en passende hulp nader gaan beschouwen.
Tussenrapportage jongeren en suïcide en kamerbrief staatssecretaris Blokhuis
Factsheet IGJ over verkenning suïcidemeldingen