Toepassing gedwongen zorg moet beter
Vandaag publiceerde de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) de resultaten van haar onderzoek naar dwang in de zorg in 2022 en 2023. MIND en de Landelijke Stichting Familievertrouwenspersonen onderschrijven de aanbevelingen met klem. Wij roepen de geestelijke gezondheidszorg op om de adviezen van de IGJ ter harte te nemen en bieden aan om hierover in gesprek te gaan.
Grote verschillen tussen zorgaanbieders
Het onderzoek concludeert dat zorgaanbieders nogal verschillend omgaan met dwang in de zorg. Zo blijkt dat bij een deel van de instellingen onvoldoende op maat gekeken wordt, of gedwongen zorg nodig is. Daarnaast zijn zorgverleners zich soms onvoldoende bewust wanneer een handeling onder ‘gedwongen zorg’ valt. Ook valt op dat cliënten in veel situaties geen informatie krijgen over hoe ze een klacht kunnen indienen en hoe ze de patiëntenvertrouwenspersoon of de familievertrouwenspersoon kunnen inschakelen. Dit is in strijd met de Wvggz. Kortom, er wordt nog te weinig vanuit het oogpunt van de cliënten en hun naasten gekeken. Wel positief is dat de IGJ zorgaanbieders ziet die het goed en zorgvuldig doen: de zorg is daar persoonsgericht en zorgverleners kijken per cliënt of gedwongen zorg nodig is.
Zorgvuldigheid noodzakelijk
Het is zorgwekkend dat in Nederland nog onzorgvuldig wordt omgegaan met de toepassing van dwang in de zorg. Dwang heeft grote impact op mensen, juist wanneer zij door psychische klachten kwetsbaar en vaak al angstig zijn. Dwang is onwenselijk, verergert vaak de psychische klachten en moet daarom zoveel mogelijk vermeden worden. En als het écht niet anders kan, moet dwang uiterst zorgvuldig worden toegepast. Uit het rapport van de IGJ blijkt dat onvoldoende het geval is. Daarbij missen we ook de reflectie op toepassing van dwang en het nakomen van de wettelijke plicht om de cliëntenraad te betrekken bij de analyse.
Cijfers en oog voor naasten ontbreken
We vinden het goed dat de IGJ met het rapport komt, maar zijn teleurgesteld dat nog steeds geen actuele cijfers over de toepassing van dwang gegeven worden. Uit signalen en gesprekken weten we dat er grote verschillen bestaan tussen instellingen. Maar zonder cijfers is het moeilijk om te sturen op vermindering van dwang. Verder valt ons op dat in de berichtgeving niet wordt gesproken over familie en naasten van patiënten. De zorg en betrokkenheid van naasten is vaak groot: ook zij hebben recht op ondersteuning van een familievertrouwenspersoon. Naasten worden daar in het algemeen te weinig op gewezen.
MIND en de Stichting Familievertrouwenspersonen gaan het hele rapport zorgvuldig lezen en willen in gesprek met de IGJ over de uitkomsten van het onderzoek en de nieuwe toezichtstrategie.