Investering en beter toezicht op Wmo nodig
De afgelopen tien jaar in de ggz hebben in het teken gestaan van ambulantisering en decentralisatie. Dit vergroot het belang van zorg in het sociaal domein. Mensen met (ernstig) psychische aandoeningen die zelfstandig wonen, komen echter vaak in de knel door gebrek aan begeleiding, participatiemogelijkheden en bestaanszekerheid. Gemeenten moeten ervoor zorgen dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. De gemeente geeft ondersteuning thuis via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Donderdagmiddag 31 maart vergadert de Vast Kamercommissie VWS over deze wet. MIND roept in haar brief aan de Kamerleden op om meer te investeren en het toezicht op de Wmo te verbeteren.
Investeer in sociale basis en bespaar zorgkosten
Door het gebrek aan begeleiding, participatiemogelijkheden en bestaanszekerheid leiden mensen een geïsoleerd bestaan. Ze vereenzamen, hun psychische klachten verergeren en ze raken sneller opnieuw in crisis. Meer investeringen in (terugval)preventie en sociale basis zijn noodzakelijk. Net als in de jeugdzorg pleiten wij voor een verruiming van het Wmo-budget voor gemeenten in combinatie met waarborgen dat extra gelden worden geoormerkt en daadwerkelijk ten goede komen aan het versterken van de sociale basis voor kwetsbare burgers.
Naast de bekostiging, is ook het toezicht op het beleid en de uitvoering van de Wmo ontoereikend. De kwaliteit van het Wmo-toezicht moet op alle niveaus sterker. Met de decentralisaties van 2015 hebben gemeenten bijzonder zware taken gekregen voor grote groepen kwetsbare burgers. Keer op keer blijkt echter dat gemeenten hun toezicht op beleid en uitvoering onvoldoende op orde hebben. Sommige gemeenten zakken door een ondergrens en hun burgers worden zwaar gedupeerd. Wat zijn de resultaten van eerdere acties om het Wmo-toezicht te versterken?
Cliëntondersteuning onvoldoende zichtbaar
Naast de zorg zelf, is ook de informatie aan burgers ontoereikend over het krijgen van cliëntondersteuning voor mensen die problemen ervaren bij toegang tot passende ggz-zorg. Uit een steekproef afgelopen najaar door MIND blijkt dat bij tien procent van de gemeenten via regelhulp.nl geen enkele informatie over cliëntondersteuning te vinden is. Bij 47 procent verwijst de informatie alleen naar ondersteuning bij het verkrijgen van voorzieningen in de Wmo of het sociaal domein. En ook uit telefonisch contact met gemeenten, blijkt bij een deel de ondersteuning beperkt te zijn tot Wmo of het sociaal domein.
Beperkte aanpassing van het abonnementstarief
Middelen in het sociaal domein zijn schaars en moeten worden ingezet ten behoeve van mensen die het het hardst nodig hebben. MIND is daarom voorstander van een beperkte aanpassing van het abonnementstarief, waarbij gemeenten voor huishoudelijke hulp de toegang inkomensafhankelijk kunnen maken. Daarbij zijn waarborgen nodig dat er geen nieuwe stapeling van zorgkosten optreedt, dat er geen extra drempels worden opgeworpen voor andere vormen van ondersteuning als huishoudelijke hulp en dat mensen met lage inkomens worden ontzien. Het kabinet heeft in zijn regeerakkoord aangekondigd met een eerlijkere eigen bijdrageregeling te komen voor de huishoudelijke zorg. De staatssecretaris wacht nog met ingrijpen in de WMO-regels van gemeenten, aldus dit artikel in Skipr. MIND begrijpt niet waarom de staatssecretaris dit pas in 2025 wil aanpassen.
Naast bovenstaande punten, pleiten we ook voor gelijke PGB-rechten voor ggz-cliënten in de Wlz, duurzame financiering van initiatieven voor zelfregie en herstel en stellen we vraagtekens bij resultaatgericht beschikken. Lees onze hele brief aan de Kamercommissie VWS voor het debat op 31 maart 2022.
Bijlage: