Uitspraak voorzieningenrechter: NZa-gegevensverzameling in ggz blijft voorlopig bestaan
Op woensdag 1 november heeft de voorzieningenrechter besloten dat de Nederlandse Zorgautoriteit de gegevensverzameling van cliënten in de ggz, niet tijdelijk hoeft te stoppen. Deze uitspraak volgt op de rechtszaak die is aangespannen door de actiegroep Vertrouwen in de ggz. De actiegroep had de rechtbank gevraagd om de verplichte aanlevering op te schorten in afwachting van een uitspraak in de bodemprocedure. Deze bodemprocedure zal naar verwachting binnen een half jaar tot een zitting komen. MIND betreurt het oordeel omdat ook wij vinden dat de gegevensverzameling door de NZa het privacybelang van cliënten schaadt. Wij roepen de Nederlandse Zorgautoriteit dan ook dringend op om zelf de verzameling te staken.
MIND betreurt de uitspraak van de voorzieningenrechter. Het gevolg is dat mensen nog steeds geen regie hebben over hun eigen gegevens. De slechte informatiepositie heeft de cliënt geen kans gegeven om bezwaar in te dienen. MIND roept de NZa op om opnieuw alle mensen waarvan de gegevens verzameld zijn, te informeren over de verzameling en alsnog de kans te geven om bezwaar in te dienen. Wanneer dit niet gebeurt, ontstaat een ernstige vertrouwensbreuk: niet alleen in overheidsinstanties maar ook in zorgaanbieders. Wij roepen zorgaanbieders op om hier volledig aan mee te werken.
Cliënt kreeg geen regie over eigen gegevens
Ruim een jaar geleden, op 1 juli 2022, kondigde de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de start aan van de gegevensverzameling ten behoeve van het zorgprestatiemodel via de zogeheten HONOS+-vragenlijsten. De NZa koos daarbij voor een werkwijze waarbij mensen alleen door het aantekenen van bezwaar kunnen voorkomen dat hun gegevens worden gedeeld. Deze aankondiging leidde bij zowel cliënten als behandelaren in de ggz tot onrust over de bescherming van de privacy. Ook werden vraagtekens gezet bij doelmatigheid en doeltreffendheid van de gegevensverzameling, de werkwijze en de communicatie erover. MIND heeft sindsdien herhaaldelijk gevraagd om cliënten en naasten zeggenschap over de gegevensdeling te geven. Aangezien hier geen gehoor aan werd gegeven stapte MIND eind juni uit de adviescommissie zorgvraagtypering. Daarnaast bleek uit een peiling onder onze achterban, dat het merendeel van hen niet geïnformeerd is over de gegevensdeling en niet gewezen is op de mogelijkheden om bezwaar maken.