MIND input voor eerste ggz Kamerdebat met nieuw kabinet

baseball-g9235b17d8_640

Pak verantwoordelijkheid voor ggz op

Woensdag 11 mei vergadert de vaste Kamercommissie VWS voor het eerst sinds de komst van de nieuwe kabinet over de ggz, maatschappelijke opvang en suïcidepreventie. De 100 inwerkdagen zitten erop en MIND vraagt in haar brief aan de Kamerleden om de minister te wijzen op haar verantwoordelijkheid om het voortouw te nemen bij de aanpak van de problemen in de ggz; om heldere keuzes te maken, te prioriteren en te coördineren. Het wordt hoog tijd voor antwoorden op de vragen die wij al jaren als cliëntorganisatie en Kamerleden stellen. Zichtbare verbeteringen zijn noodzakelijk; welke kwantitatieve doelstellingen en concrete verbeteracties kunnen we in de komende regeerperiode verwachten?

Geef prioriteit aan wachttijden in de ggz

Topprioriteit is de lange wachttijd in de ggz. Meer dan 40.000 mensen staan langer op een wachtlijst dan wij in Nederland met elkaar hebben afgesproken. Ondanks inspanningen nemen het aantal wachtenden en de duur van de wachttijd niet af. MIND wil dat de minister concreet benoemt en toezegt wat deze kabinetsperiode gedaan gaat worden om dit te veranderen. Wat ons betreft zou de focus moeten liggen bij de mensen met de meest urgente problemen. Mensen met ernstige zorgvragen die nu geen zorg krijgen en vaak al het langst wachten. De stuurgroep heeft goede zaken in gang gezet zoals de bestuurlijke overlegtafels voor mensen met zeer complexe zorgvragen, maar deze worden nog niet overal toegepast. Wat landelijk is afgesproken, moet in elke regio worden opgepakt. MIND vraagt de minister om de acties concreet en controleerbaar te maken, en de betrokken partijen en hun verantwoordelijkheden te benoemen. De tijd voor vrijblijvendheid in de ggz is echt voorbij. 

Voorkom sluitingen specialistische ggz

Direct verbonden aan de wachttijden zijn de recente sluitingen van enkele instellingen en gespecialiseerde centra. Ook hier zijn weer de mensen met de meest urgente problemen de dupe. Mensen die al in zorg waren, raken die kwijt of moeten overgaan naar een nieuwe behandeling. Mensen die op de wachtlijst stonden, komen soms onderaan op een nieuwe wachtlijst te staan. Voor sommige intensieve zorg is überhaupt geen alternatief in de beschikbaar. Wat is de achterliggende reden van deze sluitingen en bovenal, welke aanpak is nodig om dit tegen te gaan? Wij missen de urgentie bij aanbieders, verzekeraars en toezichthouder de Nederlandse Zorgautoriteit om de analyse op te pakken; we vragen ook hier de minister om haar verantwoordelijkheid te pakken.

Onze analyse is dat de zorginkoopmarkt met afspraken tussen aanbieders en verzekeraars hier onvoldoende lijkt te functioneren en geen garantie biedt op de beschikbaarheid en de bereikbaarheid van de zorg in Nederland. Wij vinden dat zeer gespecialiseerde (derdelijns) zorg een voorziening moet zijn die landelijk wordt georganiseerd en aangeboden, buiten de markt om. Vraag en aanbod zijn immers te klein voor een goede marktwerking. Specialistische voorzieningen zoals de Kliniek Intensieve Behandeling (KIB) van Inforsa / Arkin moeten worden gezien als ‘systeemvoorzieningen’ waarvan het aanbod gegarandeerd wordt.

Neem suïcidepreventie op in zorg- en preventieakkoorden

Een derde thema met topprioriteit zijn de suïcides in Nederland; 60% van de mensen die suïcide heeft gepleegd, was niet in behandeling in de ggz. Om het aantal suïcides terug te dringen moet suïcidepreventie een inspanning zijn van meerdere partijen; niet alleen zorg. We willen dat integrale suïcidepreventie wordt opgenomen in de Wet publieke gezondheid  én in de zorg- en preventieakkoorden die momenteel worden opgesteld. Ook in dit kader maken wij ons zorgen om het verdwijnen van juist die schaarse ggz-opnameplaatsen die een therapeutisch klimaat kunnen bieden voor behandeling en herstel.

Lees verder over deze en onze andere punten voor het debat zoals de keuzevrijheid van cliënten voor niet-gecontracteerde aanbieders en onze zorgen over de voorgenomen doordecentralisatie van beschermd wonen in de MIND Kamerbrief ten behoeve van het Commissiedebat op 11 mei 2022.

Meer nieuws