Wandeling

MIND Blue Monday Walk of the Town Amersfoort

De wandeling is op 15 januari en wordt begeleid door Nynke Geertsma, communicatieadviseur bij MIND en voormalig stadsdichter van Amersfoort. Hieronder de toelichting van Nynke op de plekken waar tijdens de wandeling wordt stilgestaan.

Inleiding
“Het is vandaag Blue Monday, naar verluidt de somberste dag van het jaar. Dat komt met name vanwege het feit dat de feestdagen voorbij zijn, de eerste barsten in de goede voornemens ontstaan en zo half januari is het vaak grijs en koud winterweer en lijkt de zomer nog heel ver weg. Deze wandeling hebben we georganiseerd vanuit MIND om aandacht te vragen voor het belang van mentale gezondheid en depressiepreventie. Want maar liefst 10% van de mensen heeft een stemmingsstoornis, het grootste deel daarvan lijdt aan een depressie. Dat zijn ruim 1,2 miljoen mensen per jaar. Het grootste gedeelte daarvan herstelt binnen een half jaar, maar dan komen er dus weer nieuwe gevallen bij. Een depressie kan heel ingrijpend zijn, zowel voor degene zelf als voor zijn naasten. Kan iedereen een depressie krijgen? In principe wel. Maar je kunt er zelf wel iets aan doen om de kans te verkleinen en als je een depressie hebt, dan kun je er ook het een en ander aan doen om sneller te herstellen. Uit onderzoek is gebleken dat gezond leven, structuur, sociale contacten en buiten bewegen daar o.a. aan bij dragen. En natuurlijk zijn er ook factoren die je niet kunt beïnvloeden. Gelukkig wordt er veel wetenschappelijk onderzoek gedaan om steeds betere behandelingen voor stemmingsstoornissen te kunnen aanbieden. En deze wandeling draagt er een heel klein beetje aan bij dat wij als MIND ons werk op het gebied van voorlichting en preventie kunnen blijven doen en dat allemaal dankzij jullie deelname vanavond. Dat maakt jullie een betekenisvol lichtje in de duisternis voor iedereen die last heeft van somberheid en depressies.

1. Over de Mariënhof (startpunt wandeling)
De Mariënhof is een voormalig klooster uit de middeleeuwen. Tegenwoordig kun je er geweldig feestjes vieren, er is een wijnbar en een lunchroom in de serre. Maar in vroeger tijden had een gebouw diverse andere functies. Het werd 545 jaar geleden in 1479 gebouwd door de rooms-katholieke begijnen, de Celzusteren. Zij bleven hier tot 1547. Zij leefden volgens de Regel van Augustinus, wat betekende dat ze vooral aan het bidden waren en praktische werkjes deden. Daarnaast hielden ze zich bezig met ziekenzorg, in het bijzonder de verzorging van pestlijders. Van 1547 (toen de laatste zuster gestorven was) tot 1611 leefden er Augustijnse monniken in de Mariënhof. Daarna werd het een Burgerweeshuis en dat bleef het zo’n 300 jaar tot 1932. Toen kwam er een jeugdherberg in (tot 1948) en daarna ging definitief de ‘zorg’taak eraf en vestigde de Rijksdienst voor Bodemonderzoek zich in het pand. In de jaren ’90 zat hier een goedlopend restaurant van topchef Jon Sistermans, het had zelfs een Michelinster.

De wandeling gaat via het plantsoen naar de Monnikendam. Dit plantsoen is ontworpen door de beroemde landschapsarchitect Jan David Zocher en aangelegd in 1830. Een deel van de gracht is gedempt om plaats te maken voor de Stadsring, want die auto’s moesten ook ergens langs. Inmiddels gaan er steeds meer stemmen op om, net als in Utrecht, een deel van de gedempte gracht weer open te gooien…

2. Over de Monnikendam 
De Monnikendam is een waterpoort die onderdeel uitmaakt van de tweede stadsmuur. Deze is gebouwd rond 1425. Het was een verdedigingswerk (je kon mooi over de omgeving uitkijken vanaf de torens) maar het was ook van belang voor de waterhuishouding: hier stroomt de Heiligenbergerbeek vanaf de Gelderse Vallei de stad in. Dit leverde fris water op en dat was o.a. heel geschikt om bier te brouwen: Amersfoort werd dan ook in no time een belangrijke bierstad. Volgens de overlevering spookte het rond de Monnikendam: als je ’s nachts om 12 uur 3 kiezelsteentjes door een open raampje in de toren gooide, dan kwam er een magere hand uit van de heks die in de poort zou wonen…. Iets verderop buiten de stad was de Heiligenberg en men zegt dat daar de heksen regelmatig bijeenkwamen. Ook zou hier een onschuldig spook rondwaren dat eenzame wandelaars optilt en honderd meter verder weer neerzet…

Achter de poort op de Sint Andrieskamp leefden de Augustijnse monniken, volgens de regel van Augustinus: ze mochten geen persoonlijke eigendommen hebben, niet alleen uitgaan, niet begerig naar vrouwen kijken (en ook niet naar mannen) en ze mochten maar 1x per dag eten. Je vindt hier in een ring langs de stadsmuur heel veel religieuze gebouwen van vroeger, een soort van biblebelt om het centrum heen. Daartussen stonden boerderijen. In die religieuze gebouwen werden mensen met allerlei soorten aandoeningen of problemen geholpen (zoals bijv. pestlijders, weeskinderen, armen en zieken).

In de Middeleeuwen keek men anders dan nu aan tegen psychische aandoeningen. Er werd geen verschil gemaakt tussen mensen die een verstandelijke beperking hadden of een mentale kwetsbaarheid; mensen die opvallend afweken van het ‘normale’ werden weggezet als ‘gekken’ en ‘dwazen’. Of idioten, razenden, zotten, onnozelen. Geestelijke klachten werden in de middeleeuwen door medici vaak als een lichamelijke ziekte gezien, doktoren zagen het als een verstoord evenwicht in lichaamsvochten, de zgn 'humoren' (bloed, slijm, gele gal en zwarte gal). Zo zou somberheid voortkomen uit een teveel aan zwarte gal (je werd dan zwartgallig). Maar het algemeen heersende Christelijke beeld was dat problemen van de geest een uiting waren van de strijd tussen God en de duivel, of een vorm van goddelijke straf of demonische kracht.

Men keek niet naar de aandoening en waar die vandaan kwam, maar naar het gedrag dat eruit voortkwam. In alle lagen van de samenleving kwamen mensen met psychische problemen en beperkingen voor, maar speciale zorg was er niet. Sommige gelovige mensen hadden last van heftige angsten en wanhoop omdat ze dachten dat ze zonden hadden begaan of dat ze door de duivel waren bezeten. Geestelijke verwarring, angst of wanen konden (vond men destijds) alleen met religieuze middelen worden aangepakt, bijv. missen opdragen, duiveluitbanningen of pelgrimages. Er waren overigens ook 'positieve wanen' (zoals men dat toen zag): openbaringen van heiligen bijvoorbeeld. Het Mirakel van Amersfoort is hier een mooi voorbeeld van. Dat is het volgende punt in de wandeling en daar liggen de roots van Amersfoort als belangrijke pelgrimsstad.

3. Over het Mirakel van Amersfoort
Deze plek heeft de geschiedenis én de bloei van de stad in grote mate bepaald. Hier liep, zo gaat het verhaal, vlak voor kerst in het jaar 1444 een meisje langs, Geertje Arends uit Nijkerk. Zij was op weg naar het klooster waar ze haar intrede zou doen. Ze had van haar ouders een klein pijpaarden Mariabeeldje meegekregen. Maar toen ze hier bij de Kamppoort (Kamper buitenpoort) aankwam, vond ze het toch iets heel armoedigs hebben en gooide dat beeldje achteloos in de gracht.  Vervolgens begon het te vriezen en zat het beeldje vastgevroren in het ijs. Op kerstavond kreeg een dienstmeid uit Duist (polder buiten Amersfoort, bij Vathorst) een droom of visioen en een stem vertelde aan deze Margriet Alberts dat ze naar deze plek moest gaan om een beeldje uit het ijs te halen. Ze besteedde er eerst geen aandacht aan, maar toen dat visioen zich nog tweemaal herhaalde, besloot ze toch maar te gaan kijken. En warempel: ze zag hier een Mariabeeldje onder het ijs. Ze hakte het eruit, nam het mee en zette het thuis neer bij een kaars om te drogen. En toen geschiedde een wonder: de kaars brandde 3x langer dan normaal! Ze vertelde het aan haar baas, die leek het een goed idee om het beeldje in de kapel te zetten hier een stukje verderop. En een kaars erbij, die weer 3x zo lang brandde. Het was een mirakel en mensen kwamen naar Amersfoort om dat te zien. En al gauw bleek het beeldje nog meer bijzondere krachten te hebben, want mensen die hier als pelgrim de kapel inkwamen met een kwaal, kwamen er gezond of genezen weer uit! In totaal zijn er naar verluidt 541 wonderen verricht in ongeveer 10 jaar tijd. In totaal zijn er 41 wonderen opgetekend van mensen die op wat voor manier dan ook geestelijke problemen of klachten hadden: 23 vrouwen en 18 mannen. Zij waren zoals dat toen heette ‘buiten zinnen’, enorm angstig of hadden last van wat men noemde ‘gekte’ of ‘razernij’, in welke vorm dan ook. Elk mirakel moest trouwens onderschreven worden door minstens 1 naaste van een pelgrim, maar we kunnen natuurlijk nooit precies nagaan wat er allemaal van waar is. Woorden als depressie en stemmingsstoornis en bipolariteit en alle andere termen die we tegenwoordig in de ggz tegenkomen bestonden nog niet, maar er zullen ongetwijfeld ook pelgrims zijn geweest met stemmingsklachten, die hun klachten verlicht of opgelost zagen door de kracht van het gevonden Mariabeeldje. In ieder geval heeft dit hele Mirakel de stad geen windeieren gelegd: al die pelgrims en hun familie die uit alle hoeken en gaten van Nederland kwamen, verbleven in de stad en spendeerden hier geld, waardoor de stad snel groeide. De wandeling gaat verder naar de Koppelpoort.

4. Over de Koppelpoort
De Koppelpoort werd gebouwd tussen 1380 en 1425 als onderdeel van de 2e stadsmuur van Amersfoort. Het is de enige gecombineerde land- en waterpoort in Nederland. Koppel verwijst o.a. naar de ‘gemeenschappelijke weide’ die hier achter lag, maar ook naar de overgang van stedelijk naar agrarisch gebied (destijds dan). De poort werd elke dag dichtgedaan door zgn. raddraaiers. Dat waren volgens de overlevering vaak gevangenen, die dit best wel gevaarlijke rotklusje in de tredmolen moesten opknappen. Zij liepen letterlijk in het rad dat dan ging draaien, waarna het luik van de poort dichtging. In 1885 was het gebouw een beetje in verval geraakt en het stadsbestuur wilde het gaan slopen, maar gelukkig wist architect Pierre Cuypers hier een stokje voor te steken en hij mocht de renovatie doen. In 1996 is de laatste restauratie voltooid. Amersfoort heeft inmiddels zo’n 15 muurgedichten in het centrum hangen, door 15 verschillende dichters. Een daarvan is Jolanda Oudijk en zijn schreef voor deze plek over de Koppelpoort een gedicht, dat aan de overkant hangt. Zij heeft zich laten inspireren door de raddraaiers en dit als metafoor voor ronddraaiende gedachten gebruikt in haar gedicht Tredmolen:

“De muur die ik om mij heen heb gebouwd beschermt mij niet
Via open ramen waait het verleden naar binnen
Ronddraaiende gedachten raken mij, zonder dat iemand het ziet
Dan blijf ik haken,haken, haken 
Maar met uiterste kracht draai ik mij om
Geheugenluikjes sluiten zich en met lichte tred 
Loop ik de toekomst tegemoet”

De wandeling gaat verder via de Nieuweweg, waar even wordt stilgestaan bij de heksenbrug:

Bij het Havik ligt de heksenbrug, zoals die al eeuwen genoemd wordt. Naar verluid werden mensen die met kruiden werkten of mensen die zich afwijkend gedroegen, die bezeten waren door de duivel of anderszins volgens stadgenoten onheil brachten, hier in de gracht gegooid om te kijken of ze misschien een heks waren. Dat konden zowel mannen als vrouwen zijn. Dat was de zgn. ‘heksenproef’. Als iemand bleef drijven, dan was het een heks, want die zou holle botten hebben en dus niet zinken. Zo iemand kwam dan op de brandstapel of werd in de gevangenis gegooid, zoals de Amersfoortse heks Grietje Seghers, ook wel De Roode Kater genoemd, in 1595. 
Als iemand naar de bodem zonk, dan was het geen heks, maar ja… dan was diegene meestal al wel verdronken. Dus de kans op overleving was niet zo groot. Grietje eindigde dus in de gevangenis hier verderop in de muurhuizen, maar ze werd de volgende ochtend dood gevonden en de ware toedracht is nooit boven water gekomen. 
Tegenwoordig kennen we andere problemen, zoals het klimaat en daarom staat voor museum Flehite een enorme ijsbeer als kunstwerk (van kunstenaar Florentijn Hofman) en statement tegen de opwarming van de aarde en alle gevolgen daarvan. De wandeling gaat via de Breestraat naar de O.L.V.-toren.

5. Over de Onze-Lieve-Vrouwetoren
Deze toren is gebouwd met het geld dat de stad ontving van alle pelgrims die hier kwamen. In 1470 was ie af. Dit is tevens het kadastrale middelpunt van Nederland. Vroeger stond hier een kerk, de contouren zitten nog verwerkt in de stenen van het plein. Maar toen op een donderdag in augustus 1787 een soldaat hier een beetje onvoorzichtig te werk ging en een vonkje veroorzaakte bij een partij buskruit die hier opgeslagen lag, ontplofte de hele kerk. Sindsdien staat die dag bekend als ‘Bloederige Donderdag’. De toren bleef gelukkig staan.

Het straatje ernaast heet de Krankeledenstraat en die naam is voortgekomen uit de wonderen die hier geschiedden: mensen kwamen met kranke ledematen aan, daarvandaan naar de kapel hier, waar het gevonden Mariabeeldje in stond en kwamen er ‘gezond’ of genezen weer uit.

Hier hangt ook een muurgedicht van Herman Gorter, van het lange en beroemde gedicht Mei ‘Een nieuwe lente, een nieuw geluid’. Hij was leraar in Amersfoort en schreef ook dit gedicht 'Zie je ik hou van je' uit 1890. Het gedicht hangt hier, omdat er veel romantiek heerst op en rond deze plek: er komen vaak bruidsparen die hier een rondvaart beginnen, in de zomer is dit plein een plek van feest en ontmoeting en bovenin de toren nestelt elk jaar een koppel slechtvalken, die hier meestal 4 eieren leggen en heel Amersfoort via een webcam kan meegenieten van de opgroeiende jonge valkjes en de liefde van de ouders voor hen. 
De wandeling gaat door naar de Scherbierstraat.

6. Over de Scherbierstraat
Dit is een zijstraat van één van de oudste straten van de stad. Hier bevonden zich vele bierbrouwerijen. Scherbier is een ander woord voor scharrebier en dat is licht, goedkoop bier dat eigenlijk een bijproduct van ‘gewoon’ bier was. Het was waterig, maar ondanks de alcohol altijd nog gezonder dan het vervuilde grachtenwater. En het was minder duur dan wijn. Er wordt wel gezegd dat in de 16e en 17e eeuw Amersfoort meer dan 300 bierbrouwerijen had. Dat lijkt wat veel, daarin zullen ook alle thuisbrouwers zijn meegeteld. Maar 100 zijn er minstens geweest. Op dit moment hebben we nog een stuk of 10 brouwerijen en zo’n 35 verschillende Amersfoortse bieren. Het gedicht hier aan de muur is geschreven door Eva Vleeskruijer.

Scharrelbier - een ode aan de Scherbierstraat

“De stoutste straat van Amersfoort kon niemand echt bekoren
En is zo door de eeuwen heen toch wel wat glans verloren
Geen stout, geen pils, geen kwak, geen pint
Daar komen brokken van
Dus begint eer gij bezint
Doe het nu het nog kan
En als je maat na zijn adje disrespect
De dans in trippelmaat verstaat
En overbodig aandacht trekt 
Dan vieren wij tot laat 
Dat hier van het laatste wort 
Het scharrevocht werd gebrouwen 
Dat men schonk aan zieken en vrouwen 
(Het betert ook niet op de tap: het is en blijft een beetje slap)”

De wandeling gaat verder door de Muurhuizen

7. Over Huize Bollenburg
In de Muurhuizen staat het geboortehuis van Johan van Oldenbarnevelt. Johan van OUDENBarnevelt wordt in 1547 geboren in een wat opmerkelijk gezin: vader Gerrit is vaak dronken en heeft als bijnaam ‘gekke Gerritje, broer Reyer maakt zich als hopman in het leger niet erg populair en twee zussen worden beticht van prostitutie. Ze settelen zich voor lange tijd hier in huize Bollenburg aan de Muurhuizen. Deze muurhuizen zijn gebouwd met de stenen van de eerste stadsmuur. 
Als Johan van moeders kant een grote erfenis ontvangt, vertrekt hij in 1564 als 17-jarige naar Den Haag om daar bij een advocaat te gaan werken. Hij begint aan een rechtenstudie in Leuven en wijzigt zijn naam in het chiquere Van Oldenbarnevelt. Hij is niet alleen ambitieus, maar ook fantasierijk: hij verzint een stamboom waaruit zou blijken dat hij uit een adellijke familie komt dat zelfs een kasteel bezat en verloochent zo zijn wat minder fortuinlijke afkomst. Na de studie wordt Johan advocaat bij het Hof van Holland, sluit zich in 1572 aan bij stadhouder Willem van Oranje en wordt zijn vertrouwenspersoon.
Maar dan keert het tij: in 1584 wordt Willem van Oranje door Balthasar Gerards vermoord en zijn 16-jarige zoon Maurits volgt hem op als stadhouder. Even heel kort door de bocht: ze verschillen van inzicht, krijgen ruzie en uiteindelijk beticht Maurits Johan van hoogverraad en laat hem onthoofden op 13 mei 1619 op het Binnenhof in Den Haag. Zijn laatste woorden zijn ‘Maak het kort’ (tegen zijn knecht).

Iets verderop, aan de Kortegracht, staat het geboortehuis van Piet Mondriaan.

8. Over het geboortehuis van Piet Mondriaan
Aan de linkerkant van de Kortegracht, ligt het geboortehuis van schilder Piet Mondriaan. Hier werd hij geboren in 1872. Zijn vader was directeur van een lagere school en het gezin woonde ernaast. Nu zit in het pand een museum: het Mondriaanhuis. Wat de meeste mensen niet weten, is dat Piet Mondriaan naast schilder ook schrijver was. Hij heeft tussen 1917 en 1944 zo’n 125 teksten gepubliceerd in verschillende talen. Hierin staan zijn ideeën over kunst en over hoe zijn kunstwerken kunnen bijdragen aan een betere, mooiere maatschappij. Een beetje zelfpromotie dus, zou je kunnen zeggen. Waarschijnlijk was dat ook nodig, want net als bij veel kunstenaars werd zijn werk pas ná zijn dood echt gewaardeerd. Zo komt het onvoltooide laatste werk van Mondriaan voor 82 miljoen gulden terug vanuit New York naar Nederland in 1997. Victory Boogie Woogie. Ik schreef daar als stadsdichter destijds het volgende gedicht over, gezien vanuit het perspectief van PM, Piet Mondriaan, Pro Memori en Post Mortem:

P.M.

“Ja, ik sta er vierkant achter, 
achter alles wat ik maak
Vaak rechtlijnige gedachten, 
soms een rondje van de zaak
Boogie Woogie, dé victorie 
kwam p.m., onafgewerkt
Van die miljoenen, potverdorie, 
heb ik zelf dus niets gemerkt.
Het leven is niet altijd fair, 
doch overall is het niet slecht
Ik heb mijn square, ieder zijn share 
en al wat krom is, wens ik recht.”

De wandeling gaat terug naar het plantsoen en de Mariënhof.

9. Over de Amersfoortse kei
De Amersfoortse kei paste helaas net niet lekker op de route, dus die hebben we overgeslagen. Hij ligt daar, een stukje verderop in het plantsoen. De kei speelt wel een belangrijke rol in de Amersfoortse geschiedenis. Hij is namelijk in het kader van een weddenschap hierheen gesleept in 1661 door de dolle jonker Everard Meyster. Die was een soort van stadsdichter destijds en hij woonde op het prachtige landgoed Nimmerdor. Hij was zeer geïnteresseerd in het gedrag en de psyche van zijn medemens. Zo legde hij bijvoorbeeld een enorm doolhof aan met zeven heuvels, die elk symbool stonden voor de dwalingen waarmee de mens in zijn leven te maken krijgt. Everard wedt met wat vrienden om een grote som geld dat hij de Amersfoorters zo gek krijgt dat ze een ruim 7000 kilo wegende kei van Soesterberg naar de stad slepen. En dat gebeurt op 6 juni 1661, dus hij wint de weddenschap. Maar daarna schrijft hij een uiterst vilein toneelstuk, de Key-klucht, waarin hij de Amersfoorters belachelijk maakt. Hij bespot ze en noemt het een stelletje gekken en dwazen, want Key betekende in die tijd niet alleen steen, maar ook ‘gek/krankzinnige’… Hij schrijft in zijn klucht: “De wereld is een key vol gekken, die aan haar eigen dwaasheid trekken”. De Amersfoorters schamen zich zo, dat ze de kei in 1672 begraven op de Varkensmarkt. En pas in 1903 wordt ie daar weer opgegraven, met de memorable woorden van Hendrik de Goede: doar istie! Nou, en hij is er dus nog steeds. En tegenwoordig zijn de Amersfoorters trots op hun bijnaam ‘keientrekker’.

Einde van de wandeling, heel veel dank aan alle deelnemers en donateurs van de MIND Blue Monday Walk of the Town.

Vragen over de Walk of the Town, de MIND Blue Monday Run of over het bovenstaande kunnen worden gemaild naar communicatie@wijzijnmind.nl t.a.v. Nynke Geertsma.

Meer info is ook te vinden op: https://bluemondayrun.doemeemetmind.nl/project/mind-blue-monday-run-2024

20231205_173449-01