Mensen met ernstige psychische aandoeningen niet goed geholpen

Rapport Zorg voor veiligheid

De zorg en hulp zijn onvoldoende toegerust op patiënten met een ernstige psychische aandoening. Dat concludeert de Onderzoeksraad voor Veiligheid in een snoeihard rapport dat vandaag onder de titel ‘Zorg voor veiligheid’ verscheen. MIND Landelijk Platform Psychische Gezondheid en MIND Ypsilon werkten beide mee aan de totstandkoming. Zij zien zich gesteund door het rapport en dringen erop aan om haast te maken met de aanbevelingen. “De systeemfouten, verkeerde prikkels en obstakels waar de Raad in het rapport op wijst, geven gezamenlijk een ontmoedigend beeld. Er is iets fundamenteel mis in de ggz dat juist de mensen met zware en complexe problematiek het slechtst geholpen worden”, aldus Marjan ter Avest, directeur van MIND.

De constateringen die de Onderzoeksraad doet zijn niet nieuw, vult Ypsilondirecteur Bert Stavenuiter aan. “Wij horen het dagelijks aan de telefoon. En eerdere onderzoeken zeiden iets soortgelijks. Maar in dit rapport zijn thema’s completer en diepgravender in beeld gebracht. En wie de lange lijst ziet van barrières die worden opgeworpen, krijgt onmetelijk respect voor de mensen die zich een weg door dit systeem heen moeten banen. Voor een gezond mens is het al niet te doen, dus hoe moeilijk moet het dan wel niet zijn voor mensen die kampen met een ernstige psychische aandoening.”

Aan de hand van voorbeelden uit de praktijk komt de Onderzoeksraad met een messcherpe analyse van waar het voor deze kwetsbare groep aan schort: naast psychische hulp hebben ze vaak ook hulp nodig bij huisvesting, financiën, relaties, werk en dagbesteding. Maar de manier waarop de zorg wordt gefinancierd staat meervoudige hulp in de weg, wachttijden belemmeren de toegang en zorgaanbieders deinzen terug voor het aanbieden van deze relatief dure zorg.

MIND en Ypsilon staan dan ook achter de aanbeveling om een aanvullend landelijk akkoord af te sluiten over de zorg en hulp aan deze specifieke groep. “Terecht constateert de Raad dat het professionals nu bepaald niet eenvoudig wordt gemaakt om maatwerk te leveren aan deze groep, waardoor de patiënt niet op de eerste plek komt.”

In het te sluiten akkoord moet wat MIND en Ypsilon betreft ook de positie van familie en naasten worden verankerd. ”De Wet verplichte ggz kan daarin een voorbeeld zijn, want terecht zegt de Raad dat ze die positie ook zou moeten hebben als het niet om verplichte zorg gaat.”

De Onderzoeksraad pleit om de schotten en de financiering weg te halen. MIND ondersteunt dit van harte. Want dan wordt mogelijk om op elk moment die zorg en hulp te bieden die het hardst nodig is. Ook zal het helpen om preventief te handelen in plaats van op incidenten te reageren.

Rapport Zorg voor veiligheid