Wachttijdbemiddeling nog vaak onbekend bij cliënten in de ggz

Mensen die wachten op geestelijke gezondheidszorg maken nog nauwelijks gebruik van wachttijdbemiddeling door hun zorgverzekeraar. De regeling is bij velen onbekend, zo blijkt uit onderzoek van de Consumentenbond. MIND steunt de oproep van de bond aan cliënten om de bemiddeling wél te gebruiken.

Bij wachtlijstbemiddeling, ook wel zorgbemiddeling genoemd, helpen zorgverzekeraars verzekerden sneller een behandeling te krijgen. Zij zoeken dan naar een andere zorgverlener met kortere wachttijden. Uit een peiling onder bijna 8000 panelleden van de Consumentenbond blijkt dat maar 10 procent van de ondervraagden die gebruikmaakten van deze bemiddeling, dat voor ggz deed. Terwijl 108.000 mensen op de wachtlijst staan voor ggz. En 63.000 mensen langer dan de maximale afgesproken 14 weken (Treeknorm). Een derde van de ondervraagden weet niet dat ze hun zorgverzekeraar kunnen vragen om te bemiddelen.

Verzekeraars hebben een zorgplicht en moeten bemiddelen wanneer mensen daarom vragen. En dit werkt. Uit het onderzoek blijkt dat meer dan de helft van de mensen die gebruikmaken van wachttijdbemiddeling, ten minste een maand eerder behandeld kunnen worden. MIND deelt daarom de oproep van de Consumentenbond: maak gebruik van zorgbemiddeling door je zorgverzekeraar als je te lang moet wachten op ggz. Allereerst om je eigen wachttijd te verkorten. Maar ook om bij de zorgverzekeraar bekend te maken dat je te lang op zorg wacht. En ze er zo op te wijzen dat zij onvoldoende zorg inkochten.

Lukt de bemiddeling niet? Laat het de Consumentenbond weten via haar meldpunt. En meld dit ook bij de Nederlandse Zorgautoriteit die erop toeziet of zorgverzekeraars hun zorgplicht nakomen.